Tijdens een recente vakantie aan het prachtige Comomeer in Italië bezocht ik de Orrido di Bellano, een indrukwekkende kloof die veel toeristen trekt. Terwijl ik genoot van het natuurlijke spektakel, viel mijn oog op iets wat ik maar al te goed herken: de reuzenbalsemien.
Hele delen van de kloof waren overwoekerd met deze plant. De reuzenbalsemien, ook wel springbalsemien genoemd, komt oorspronkelijk uit de Himalaya en Noord-India. De plant werd in de 19e eeuw naar Europa gebracht als sierplant. Sindsdien heeft de plant zich verspreid en komt hij nu veel voor in West-Europa, vooral langs waterkanten.
Waarom is de reuzenbalsemien een probleem?
De reuzenbalsemien vormt een bedreiging voor onze natuur. De plant groeit snel en vormt dichte groepen, waardoor hij andere plantensoorten verdringt. Dit leidt tot een vermindering van de biodiversiteit. Na de bloei sterft de plant af, wat kale plekken achterlaat. De bodem spoelt dan makkelijk weg. Dit is vooral een probleem op hellingen en oevers, zoals ik het zag in Italië. Ook in Nederland en Duitsland zijn grote gebieden te vinden waar deze plant een probleem vormt.
De plant dankt zijn naam ‘springbalsemien’ aan de manier waarop hij zich verspreidt. De zaden van de plant kunnen tot wel zeven meter ver wegspringen zodra de zaadpeulen rijp zijn en aangeraakt worden. Dit maakt het beheersen van de verspreiding erg lastig.
Wat kun je doen?
Als je op vakantie bent en exotische planten ziet, neem dan nooit zaden mee naar huis. Het is de beste manier om te voorkomen dat nieuwe invasieve soorten in Nederland terechtkomen. Gooi ook geen tuin- of snoeiafval in de natuur.
Preventie is de sleutel tot het beheersen van invasieve exoten.
